-
1 gift
-
2 have the gift of (the) gab
welbespraakt/rad van tong zijn; praatziek zijn -
3 loquaciousness
n. Babbelzuchtig zijn, praatziek zijn -
4 mouthiness
n. het praatziek zijn, het zwetserig zijn; hoogdravendheid -
5 loquacity
-
6 gabbiness
n. praatziek zijn -
7 overtalkativeness
n. het praatziek zijn, vermogen constant te praten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский